Er zijn veel verschillende klimaten, deze komen ook allen op een bepaalde plek voor. De overgang tussen deze klimaatzones zijn vaak geleidelijk, echter wanneer je een kaart van deze maakt moet je grenzen trekken. Er zijn meer van deze grenstrekkingen, een van deze is van de duitse klimatoloog Köppen. Hij heeft de klimaten ingedeeld naar plantengroei. In de tabel hieronder staat de indeling. Deze indeling worden klimaatclassificaties genoemd.

hoofd klimaten onderklimaten
A) tropische klimaten Af) tropischregenwoud klimaat
As) Savanne klimaat
B) droge klimaten BW) woestijn klimaat
BS) steppe klimaat
C) maritiem klimaat Cf) hele jaar neerslag
Cs) middellands zeeklimaat
Cw) droge winter
D) continentaal klimaat Df) hele jaar neerslag
Dw) droge winter
E) polair klimaat EH) hooggebergte
EF) eeuwige sneeew
ET) toendra

Om deze klimaatclassificatie te verklaren zijn klimaatfactoren nodig. Deze zijn als volgt:


- geografische breedteligging. De zonnestrallen vallen op de evenaar loodrecht op het aard oppervlak, daarom is het daar erg warm. hoe verder van de evenaar vandaan hoe schuiner de zonnestralen invaalen, hoe kouder het wordt. Koude lucht kan minder vocht vasthouden, hierdoor valt er dichter bij de polen minder neerslag. De woestijnen zijn hier een uizondering op, want daar zorgt een hogedrukgebied voor dalende lucht, dit zorgt voor weinig regen.


- gebergten, hoe hoger je komt hoe kouder het wordt. Ook is er achter een berg vaak een droog gebied, want aan de kant van de windrichting wordt de waterdamp omhoog geduwd tegen de berg op. De lucht wordt dan kouder en kan minder vocht vasthouden, dit leid tot regen aan die kant van de berg. Al het vocht is opgeregend voor het de andere kant van de berg bereikt.


- type oppervlak, oceaan of continent maakt een groot verschil. Een continentaal oppervlak kan veel sneller van temperatuur wisselen. De lucht boven een oceaan wordt redelijk gelijk gehouden door het water eronder. Ook is de lucht boven een oceaan vaak vochtig en er kan dus ook veel meer neerslag vallen op de oceaan dan op het continent. Verder is de lucht boven de oceanen afhankelijk van de koud- en warmwaterstromen die rond circuleren.