Paragraaf 6

In de 19de en 20ste eeuw waren de landen in Zuid-Amerika politiek onafhankelijk, maar ze waren nog wel koloniën van Europese landen. Hierdoor was de export van de landen vooral landbouwproducten en grondstoffen terwijl ze alleen maar industriegoederen ervoor terug kregen. Toen de 2de wereldoorlog uitbrak, stopte de handel tussen Europa en Zuid-Amerika en gingen de Zuid-Amerikaanse landen de geïmporteerde goederen zelf proberen te maken. Dit kostte veel geld en veel boeren konden niet meer werken, omdat ze niet meer nodig waren door de technologie.

In 1990 dwong de Wereldbank veel landen te bezuinigen en zich meer te richten op het buitenland. Hierdoor importeerde India en China veel Braziliaanse sojabonen, Chileens koper, Peruviaans zilver en Venezolaanse olie. Omdat Zuid-Amerika goedkoop grondgebied had, kwamen veel mno’s naar Zuid-Amerika en openden daar hun bedrijven. Hierdoor heeft wel de sociale ongelijkheid toegenomen, maar de werkloosheid, staatsschuld en inflatie daalden.